Terug naar Schijndel 40-44

 

RELAAS van JANSEN DE WIT

 

De afstand St. Oedenrode - Schijndel is slechts zes km. Eigenlijk geen afstand in een gemotoriseerde tijd en toch waren het die zes kilometers, die Schijndel gedurende de maanden september en oktober 1944 scheidden van de vrijheid en geallieerde bescherming.

Op een stralende zondag van 17 september landden om ongeveer twee uur paratroepen in de onmiddellijke omgeving van Schijndel, ter vorming en bescherming van de zogenaamde Corridor.

Vanaf de hoge gebouwen van de fabriek hebben velen het heroïeke schouwspel van de landing gevolgd, het uitzicht was belangwekkend en boeiend. 's Middags en 's avonds gingen veel inwoners naar de gelande Amerikanen kijken. Amerikanen, die zo gul waren, dat men spoedig met paard en wagen de parachutes, levens­middelen en de "real american cigarettes" ging halen. Dezelfde dag werden Veghel en St. Oedenrode zonder slag of stoot bevrijd, maar Schijndel, waaraan vier jaren bezetting bijna zonder spoor was voorbijgegaan, werd toen het uitgangspunt van de Duitse tegenacties.

In de driehoek Schijndel – Veghel - St. Oedenrode ontbrandde de strijd. Daar werd gevochten, floten

de kogels, ratelden de machinegeweren, gierden granaten en ronkten de vliegmachines af en aan. Vernietiging van levens en bezittingen begon met het doel óf om de Corridor te doorbreken óf om verder voortdringen naar het noorden te beletten. Het volk werd meegesleurd in die baaierd van dood en verderf. De uren, dagen en nachten die volgden waren vervuld van ellende en weedom, nergens waande men zich veilig. Op 22 september bevrijdden de Amerikanen in de ochtenduren het dorp, maar toen het daglicht overging naar de avond, was Schijndel weer niemandsland. De in khaki­ gestoken mannen moesten wegens het vijandelijk overwicht terugtrekken en kregen de grijze horden opnieuw toegang tot het dorp. De Wehrmacht was verdwenen om plaats te maken voor de SS en de Fallschirmjäger, die onmiddellijk de fabriek bezetten en de hoge gebouwen voor uitkijkposten inrichtten. Tevens werd er een luchtafweergeschut opgesteld. Vanaf het begin van de strijd hadden in de kelders ongeveer 200 geëvacueerde een veilig heenkomen gevonden maar door de komst van de SS moesten allen elders een nieuw onderkomen zien te vinden. De kelders moesten ontruimd worden.

Op 26 september teisterde er een kort maar hevig bombardement de kom van Schijndel en ook het bedrijf kreeg toen een zware tol aan de oorlogsgod te betalen. Het gehele complex vloog in brand en de rossige schijn van de vlammen maakte van het rustige dorp van weleer een duivelse orgie. Overal was rook en vuur, zo hevig, dat er geen hulp tegen opgewassen bleek. Er was trouwens ook geen water of andere blusmiddelen.

Zou Schijndel op zo'n mooie herfstavond gedoemd zijn om van het Brabantse land te verdwijnen. Het was alsof de fiere schoorstenen, die demonisch verlicht waren, stonden te wachten op dat noodlotsuur.

 

 

De fiere schoorstenen van Jansen de Wit die het oorlogsgeweld overleefden

 

Wat het vuur nog had gespaard, werd later door granaten en raketten uiteengerafeld. Daarmee was dan de laatste bescherming voor de machines weggenomen en werden deze overgegeven aan de invloeden van het weer. De machines begonnen te roesten en de kousen, sokken, meubels, chemicaliën en alles wat nog niet vernield was, viel ten prooi aan hen, die de wetten van het mijn en dijn vergeten waren.

Deze verschrikking duurde voort tot 23 oktober, toen het Tweede Britse leger de aanval op Den Bosch begon en daarmee Schijndel bevrijdde. Een bevrijding, die werd ingezet met een verschrikkelijke nacht, waarin vuurmonden een spervuur op het dorp legden.

De SS en de Fallschirmjäger hadden Schijndel als sprinkhanen kaal gevreten. Ze beroofden iedereen, die zich op straat durfde begeven van horloges en ringen. Ze drongen de kapot geschoten huizen binnen en kaapten er meubels en allerlei snuisterijen. Zelfs kinderpoppen waren naar de wens van de vertegenwoordigers van het "Herrenvolk".

Toen het bedrijf nadien weer benaderd kon worden, greep men op alles mis. Er waren geen gereedschappen om de glasscherven uit de sponningen te kappen, geen werktuigen om de verwrongen stalen geraamten te demonteren, geen schoppen en bezems om puin, glas en rommel aan de kant te vegen. De kantoor- en personeels­archieven waren in vlammen opgegaan.

 

De eerste 300 werknemers brachten hun eigen gereedschappen mee. De meeste werknemers kwamen echter niet opdagen, omdat zij nog erg veel herstelwerkzaamheden aan de eigen woningen moesten verrichten. Werd in de fabrieksgebouwen door het personeel met voortvarendheid gewerkt aan de wederopbouw, op het fabrieksterrein werd door de Royal Electric Mechanical Engeneers en de Royal Pioneers van vroeg tot laat hun wagenpark gerepareerd. Het werk voor het grote vliegveld bij Schijndel werd ook vanuit Jansen de Wit geleid. Dit vliegveld werd in drie weken tijd door 500 mannen van de Royal Pioneers aangelegd. Toen het klaar was, werden van hieruit verkennings- en aanvalsvluchten uitgevoerd op de gebieden Kevelaar en Xanten.

De Royal Pioneers hebben onder moeilijke omstandig­heden hun werk moeten doen. In het overal kapot geschoten Schijndel richtten zij de meest primitieve huisvesting in en stelden zij hun machtig technisch apparaat, dat nodig was voor het versterken en verbreden van wegen en de aanleg van het vliegveld, in werking met een verbluffend resultaat.

 

 

Temidden van de puinhopen herstelden de Royal Pioneers en

de Royal Electric Mechanical Engeneers het eigen wagenpark

 

 

 

 

Een kijkje op de ruines van Jansen de Wit

 

 

Het zo zwaar beschadigde en nauwelijks bewoonbare dorp werd een strategisch punt van grote betekenis. Van hieruit werd de niets ontziende aanval op de Rijn voorbereid, die het einde zou gaan betekenen van de totale ineenstorting van het onoverwinnelijk gewaande Duitse leger.

En zo was de Schijndelse kousenfabriek omgetoverd in een centraal punt voor de geallieerde legerleiding, waar tanks, pantservoertuigen en ander oorlogstuig werden hersteld. De fabriek was in die weken een brandpunt van herstelwerk. En naarmate de geallieerden wegtrokken, hoe ruimer de armslag werd die nodig was om uit de ruïne een nieuwe industrie op te bouwen. In betrekkelijk korte tijd was 95% van het machinepark hersteld, een compliment voor allen, die aan dit werk hun krachten gaven.

Het zou in de plicht tekort schieten als in deze oorlogsherinnering niet een eresaluut gebracht zou worden aan de mannen van Montgomery's beroemde Achtste Leger, "the Desert Rats" en de 51e Highland Division, die Schijndel ontrukten aan de bezetter en onze vrienden werden.

Met voortvarendheid werd gewerkt om de fabriek optimaal te laten draaien. De hoop werd gekoesterd in alle opzichten te zullen slagen. Niemand heeft aan de overwinning van de moeilijkheden, zelfs niet in de ontzettendste uren, durven twijfelen. Noch door moedeloosheid noch door ontmoediging werden de werkers bevangen. En als straks alles zover zou zijn, als gewenst werd, zou dat niet beschouwd worden als een einddoel van het streven, maar als een nieuw uitgangspunt voor de uitbouw van een industrie, die aan honderden werk en brood verschaft en het landelijke Schijndel klank geeft in de rij van aanzienlijke Nederlandse industrie centra, wiens producten gezocht en gewild zijn door allen, die in de oorlogsjaren zich als het ware hervonden in een warmbloedig Nederlanderschap.

 

 

De opbouw van Jansen de Wit

 

 Terug naar Schijndel 40-44